Page 3 - Basisnormen voor de opleiding in de Homeopathie in België
P. 3
11. De wijze waarop ontdekt werd dat bepaalde geneesmiddelen een
homeopatische waarde hebben en meer bepaald hoe de provings der remedies dient te
gebeuren via gecontroleerde experimenten.
12. De gangbare aanpak in noodtoestanden, onvolledige gevallen, enz
13. De kennis van aanbevelingen en beperkingen van de homeopathische aanpak,
de opvatting inzake palliatie en ongenneslijkheid.
14. De aanpak van chronische gevallen op lange termijn.
2.7. Een praktische kennis hebben van het huidig homeopatisch wetenschappelijk
onderzoek alsook van de medische wetenschappelijke methodologie inzake research
zoals toegepast op het terrein van de homeopathie.
Deel 2: de studie van de Materia Medica
3.1. De student moet beschikken over een diepgaande kennis van de voornaamste
homeopathische remedies en een praktische kennis van de voornaamste remedies die
in de dagelijkse homeopathische praktijk gebruikt worden.
3.2. De remedies moeten bestudeerd worden volgens een bepaalde norm, die het
volgende moet omvatten:
1. Een beschrijving van de oorsprong van de substantie
2. De fysiopathologische en toxicologische eigenschappen
3. De pathogenetische symptomen in de oorsronkelijke bronnen
4. De klinische symptomen
5. De relatie tot andere remedies (differentiële diagnose)
3.3. Lijst van de 100 belangerijkste remedies uit de welke een keuze dient gemaakt
worden in de basisopleiding:
Aconitum Napellus - Agaricus Muscarius - Alumina - Anacardium - Antimonium
Crudum - Antimonium Tartaricum - Apis - Argentum Nitricum - Arnica Montana -
Arsenicum Album - Arsenicum Iotadum Aurum Métallicum - Baptisia - Baryta
Carbonica - Belladonna - Bryonia - Cactus Grandiflorus - Calcarea Carbonica -
Calcarea phosphorica - Calcarea sulphurica - Camphora - Cantharis - Capsicum -
Carbo animalis - Carbo vegetabilis - Carsinosinum - Causticum - Chamomilla -
Chelidonium majus - China - Cimicifuga racemosa - Cina - Coffea cruda - Colchicum
- Colocynthis - Conium maculatum - Crocus - Cuprum metallicum - Drosera -
Dulcamara - Eupatorium perfoliatum - Euphrasia - Ferrum metallicum - Ferrum
phosphoricum - Gelsemium - Glonoine - Graphites - Hepar sulfur - Hyosciamus -
Ignatia - Iodum - Ipecahuana - Kali bichromicum - Kali carbonicum - Kali
sulphuricum - Nitricum acidum - Nux vomica - Opium - Petroleum - Phosphoricum
acidum - Phosphorus - Phytolacca - Platina - Plumbum - Podophyllum - Psorinum -
Pulsatilla - Pyrogenium - Rhus toxicodendron - Rumex crispus - Ruta - Sanguinaria -
Secale cornutum - Sepia - Silicea - Spigelia - Spongia - Stannum metallicum -
Staphysagria - Sulphur - Syphilinum lueticum - Thuja - Tuberculinum bovinum -
Veratrum album - Zincum metallicum.